Leraren brengen veel tijd door met hun leerlingen en het is een feit dat faalangst veel voorkomt
bij schoolse prestaties. Het is daarom van belang om te kijken naar de rol van de leraar bij de begeleiding van faalangst.
Een leerkracht heeft veel invloed
op de wijze waarop leerlingen omgaan met faalangst. Die invloed is vooral merkbaar bij het lesgeven (inclusief toetsing van
kennis) en de communicatiepatronen in de dagelijkse omgang tussen leerkracht en leerling.
Tips
De methode bij uitstek voor het lesgeven aan een faalangstig
kind is het leerlinggericht leraarschap. In plaats van de leerstof of de leerkracht
op de voorgrond te plaatsen, wordt de plaats van de leerling de belangrijkste. Door een positief klas- en werkklimaat te ontwikkelen
zal de faalangstige leerling zich er sneller op zijn gemak voelen en zal de angst om te falen niet meer in zo’n hoge
mate aanwezig zijn. Het is een feit dat leerlingen dan ook gemakkelijker over hun problemen praten. Je wordt voor hen een
vertrouwensfiguur, veel meer dan louter een ‘lesgever’.
Om een goed leerlinggericht leraarschap te bereiken moet een leraar rekening
houden met verschillende elementen.
- Erkenning en aandacht.
- Goed luisteren en inleving
in de situatie van het kind.
- Openheid en het creëren van een open sfeer.
- Aanvaarding van fouten.
- Vertrouwen.
- Acceptatie van het langdurige proces van faalangst begeleiding.
- Een ruime, humoristische blik.
- Een positieve instelling in de klassensituatie.
- Leiding en gezag.