FAALANGST

Signalen

Home
Wat is faalangst
Oorzaken
Signalen
Aanpak
Tips voor leerkrachten
Tips voor ouders
Ervaringen
Literatuur en links

Signalen van faalangst kunnen door leraren opgevangen worden door goed te kijken en te luisteren naar de leerlingen. Als faalangstige leerlingen een opdracht of taak krijgen ontstaan er vaak lichamelijke reacties, zoals buikpijn, zweten, misselijkheid en hoofdpijn. Los van deze lichamelijke reacties ontwikkelen faalangstige kinderen ook een eigen manier van denken. Dit faalangstige denkpatroon bestaat uit de volgende thema’s.

 

Negatief zelfbeeld

Faalangstige kinderen denken negatief over zichzelf en over hun capaciteiten. Deze kinderen nemen weinig initiatieven, geven snel op en hebben nauwelijks sociale contacten. Als er iets wel lukt kunnen ze dit bijna niet geloven en generaliseren ze dit gevoel niet naar andere situaties. Bij een opgave kijkt een faalangstig kind vaak gelijk naar de onderdelen die hij niet kan.

 

Lichamelijke reacties

Faalangst heeft lichamelijke reacties tot gevolg, die duidelijk te zien zijn. Er zijn twee uitersten van gedragingen. De stille, teruggetrokken leerling met kromme schouders en gebogen rug, en de drukke, beweeglijke, nerveuze leerling.


Bedreiging
Faalangstige kinderen zien de prestatiedruk als een bedreiging. Een bedreiging roept spanning op in je lichaam, dit is als leerkracht goed te zien aan kinderen. De spanning van de spieren wordt verhoogd, zodat het kind krampachtig in elkaar kan duiken, de ademhaling gaat sneller, net zoals de hartslag. Hierdoor krijgt het kind een verhoogde bloeddruk.

Tunneldenken
Faalangstige kinderen hebben vaak last van tunneldenken. Hun hele gedachtenwereld draait om de eerstvolgende prestatie. Er lijkt nauwelijks ruimte om aan iets anders te denken. Zeker niet aan iets leuks of positiefs, ook als dat op een heel ander vlak ligt.

Ik-gericht
Tijdens gesprekken met faalangstige kinderen wordt al snel duidelijk dat een faalangstig kind denkt de enige te zijn die last heeft van faalangst. Kennelijk ziet een leerling niet dat er - bijvoorbeeld in zijn eigen klas - meerdere leerlingen zijn met hetzelfde probleem. Nu is dat niet zo verwonderlijk. Kinderen praten niet graag met elkaar over hun problemen. Zeker in de klassensituatie houden kinderen hun gevoelens liever voor zichzelf.

Mislukkingen voorkomen
Faalangstige kinderen besteden veel energie aan het bedenken hoe mislukkingen voorkomen kunnen worden. Dit doen zij onder andere door
te makkelijke of te moeilijke opdrachten te kiezen. Bij opdrachten die niet gelijk staan aan je eigen niveau, kun je niet beoordeelt worden en kun je dus niet mislukken.

Succes
Een faalangstig kind dat op school succes boekt kan dit bijna niet geloven. Op zo'n moment zegt het tegen de buitenwereld (en zichzelf), dat de opdracht toch wel erg gemakkelijk was. De eigen inbreng van de leerling wordt hiermee, door hemzelf, erg klein gemaakt. Op dezelfde manier verklaard een faalangstige leerling zijn succes als het éénmalig hebben van geluk in plaats van kennis en vaardigheid die het kind op dat moment bezit.